Home / Nieuws

Richtlijnen voor zaalcommissarissen (zaalwacht)

20-11-2008 20:11

In artikel 17 lid 3 van het reglement van wedstrijden wordt bepaald dat in binnensportaccommodaties een meerderjarig lid van het KNKV zorgt voor het goede verloop van de wedstrijden. Volgens artikel 42 van het hetzelfde reglement kan het districtsbestuur deze taak opdragen aan een onder het desbetreffende district ressorterende vereniging.
In alle districten is het een automatisme dat deze taak aan de thuisspelende vereniging wordt opgedragen. In accommodaties waar meerdere verenigingen hun thuiswedstrijden spelen stellen de verenigingen soms ook wel in onderling overleg een schema op en wordt er van de algemene regel afgeweken. Het is een feit dat bij alle zaalwedstrijden er één of meerdere zaalcommissarissen aanwezig dienen te zijn. Om het functioneren van deze zaalcommissarissen te vereenvoudigen zijn de volgende richtlijnen opgesteld.

1. Herkenbaarheid
De zaalcommissaris moet herkenbaar zijn aan een rode band, welke hij of zij om de linkerbovenarm draagt, dan wel door een badge met het woord "zaalcommissaris". De zaalcommissaris is altijd op of in de directe nabijheid van de speelvloer bereikbaar. Onder de directe nabijheid wordt eveneens verstaan een eventueel aanwezige regiekamer. Indien een zaalcommissaris vanuit de regiekamer zijn of haar werk doet zal deze regelmatig worden verlaten (zeker in het geval van onregelmatigheden) om op de speelvloer de controlerende werkzaamheden te verrichten en als aanspreekpunt te fungeren voor scheidsrechterofficials.

2. Aanwezigheid
De zaalcommissaris moet tenminste een half uur voor aanvang van de eerste wedstrijd aanwezig zijn en verder zolang, als de uitoefening van zijn functie, in bijzonder met betrekking tot het hieronder bij punt 4a vermelde, dit noodzakelijk maakt.

3. De zaalcommissaris moet op de hoogte zijn van
a) Het wedstrijdprogramma.
b) De namen van de aangewezen scheidsrechters en eventueel de assistent-scheidsrechters.
c) De plaats van de verbandtrommel (bereikbaarheid, sleutels).
d) De eisen welke ten aanzien van toegestaan schoeisel op de speelvloer gelden.
e) De plaats, waar zich het spelmateriaal bevindt.
f) De plaats van de telefoon en van de nummers welke eventueel nodig zijn als zich een ongeval voordoet.
g) De gang van zaken met betrekking tot het eventuele gebruik van een scorebord en/of systeem met automatische tijdsignalering. Zie hiervoor de tekst van het “uitvoeringsbesluit gebruik klok zaalwedstrijden”.
h) De naam van de vereniging of de persoon, die de eventuele en¬treecon¬trole uitvoert.

4. Taken van de zaalcommissaris
De zaalcommissaris is verantwoordelijk voor een goed verloop van de wedstrijden in de hal gedurende de vastgestelde tijden dat er competitiewedstrijden worden gespeeld of andere door het KNKV georganiseerde wedstrijden (zoals REKO-wedstrijden) ten aanzien van de volgende punten:
a) Naleving van de voorschriften, welke met betrekking tot het gebruik van de hal door de verhuurder zijn gesteld (bijvoorbeeld: plaatsing en opberging van materialen, gebruik van was- en kleedlokalen, gebruik van restaurant/kantine, toegestaan schoeisel op de speelvloer en afsluiting gebouw).
b) Toezicht op de gang van zaken met betrekking tot de entreecontrole (indien van toepassing).
c) Spelmateriaal (ballen, ballenpomp) en verbandtrommel (inhoud/controle).
d) Ontvangst van de scheidsrechter en eventuele assistent-scheidsrechter, beoordelaar en begeleider.
e) De zaalcommissaris deelt de scheidsrechter vóór aanvang van de wedstrijd mee hoe laat de wedstrijd uiterlijk moet worden beëindigd. De scheidsrechter dient zich hieraan te houden.
f) Indien gebruik wordt gemaakt van een klok op of in de buurt van het elektronisch scorebord die de nog te spelen tijd aangeeft, dan stemt de zaalcommissaris het gebruik hiervan af met de scheidsrechters en instrueert de bediener de correcte toepassing van de onder 3g genoemde uitvoeringsregeling.
g) De zaalcommissaris wijst de scheidsrechtersbeoordelaar/-begeleider desgevraagd een plaats toe op speelvloerniveau, zodanig dat deze zijn of haar taak naar behoren kan uitvoeren. Dit geldt ook voor persvertegenwoordigers.
h) Aan scheidsrechters en officiële bezoekers worden namens het KNKV geen consumpties verstrekt.
i) In voorkomende gevallen stelt de zaalcommissaris desgevraagd een stel gele en rode kaarten beschikbaar aan de scheidsrechter. Dit kan zijn wanneer een scheidsrechter de kaarten heeft vergeten of wanneer een wedstrijd wordt gefloten door een door een vereniging aangewezen scheidsrechter, die niet in het bezit is van de kaarten. De zaalcommissaris dient erop toe te zien dat de kaarten na afloop van de wedstrijd weer worden ingenomen.

5. De zaalcommissaris moet beslissen in de volgende gevallen
a) Wanneer een zaalkorfbalwedstrijd te laat begint en niet volledige uitgespeeld kan worden (zie art. 11 RvW). In dat geval wordt de tweede speelhelft ingekort met de tijdsduur die ligt tussen de vastgestelde en de werkelijke aanvangstijd.
b) Wanneer een scheidsrechter op het vastgestelde aanvangsuur niet aanwezig is en er geen lid van het KNKV is, dat bevoegd en bereid is de wedstrijd te leiden, dan wijst de zaalcommissaris een lid van het KNKV als scheidsrechter aan. Voor het leiden van junioren- en seniorenwedstrijden moet betrokkene 17 jaar of ouder zijn. (zie art. 33 lid 1e RvW). Wanneer een wedstrijd niet wordt gespeeld kan de uitspelende vereniging deze kosten verhalen op het KNKV. In voorkomende gevallen kan de dienstdoende vereniging hiervoor aansprakelijk worden gesteld. Dit is ook van toepassing, wanneer de scheidsrechter door een blessure of om een andere redenen niet in staat is om de wedstrijd verder te leiden.
c) Wanneer er zich situaties voordoen, die niet voorzien zijn.

6. De zaalcommissaris moet tot zijn beschikking hebben
a) Het wedstrijdprogramma.
b) Indien nodig sleutels van EHBO-kist, materiaalhok enz.
c) Een stel gele en rode kaarten
d) Formulieren ten behoeve van tuchtzaken.
e) De laatste versie van de reglementen, bestuurs- en uitvoeringsbesluiten.

7. De zaalcommissaris informeert
De zaalcommissaris informeert via zijn vereniging het KNKV over situaties, die niet in overeenstemming zijn met de KNKV-reglementen, waaronder bepalingen die zijn vermeld in deze richtlijnen.

8. Per hal kunnen nog aanvullende bepalingen gelden met betrekking tot
a) Hoeveelheid spelmateriaal.
b) Statiegeld bij het gebruik van dure zwachtels.
c) Melden van uitslagen (gemaakte afspraken tussen verenigingen).
d) Wijze van controle op entreegelden (in de hallen waar entree wordt geheven).
e) Etc.

bron: KNKV nieuwsbrief dd.20 november 2008
 


Reacties (0)

Reageer


Reageren:

Naam:

E-mail:

Reactie: (Max. 1000 karakters)    0 / 1000